Interesse voor William Flete werd bij mij decennia geleden gewekt, toen pater Louis Goegebuer van het Gentse augustijnenklooster mij een boek liet zien en me daarbij attent maakte op Williams bestaan als eremiet.1 De invulling van het eremietenleven hield me al langer bezig. Bovendien werd ik geboeid door Williams relatie met de heilige Catharina van Siena. Een paar jaar geleden schonk een vriend mij een uitgave van Catharina’s brieven aan de augustijnen eremieten van Lecceto.2 Na lezing besloot ik mijn ooit gemaakte aantekeningen over William te verwerken tot een leesbare samenhang. Het is er overigens pas in 2017 van gekomen. Met dit boekje wil ik tevens mijn geleerde Engelse medebroeders Edmund Colledge (1910-1999) en Benedict Hackett (1921-2005) gedenken.

In vijf hoofdstukken worden de belangrijkste feiten uit Williams leven gepresenteerd. Het eerste hoofdstuk geeft aandacht aan de jonge Engelsman die zijn academische carrière laat varen ten gunste van het bestaan als kluizenaar in het Toscaanse Lecceto. Het tweede ziet naar de eremietenoorsprong van de Augustijnenorde waartoe William behoorde. In dit hoofdstuk worden ook de overblijfselen bezocht van een paar kluizen. Het derde beschrijft enkele aspecten van Williams relatie met Catharina. Het vierde geeft van het door Catharina met William besproken Documento spirituale de Latijnse tekst en een vertaling in het Nederlands. Ook worden er mogelijke invloeden genoemd van Augustinus op Catharina’s theologische ontwikkeling. In het vijfde hoofdstuk ten slotte probeer ik William te begrijpen in zijn weigering te voldoen aan Catharina’s dringend verzoek de paus met raad bij te staan.

Drie redenen hebben mij bewogen om het verhaal over persoon en spiritualiteit van William Flete meer bekendheid te geven. Op de eerste plaats trof mij zijn geestelijke zelfstandigheid toen hij Catharina, een door haar heilig leven gezagvolle vrouw, vanwege zijn eigen levenskeuze meende te moeten trotseren. Op de tweede plaats werd ik, in de jaren dat ik in mijn colleges mystieke teksten behandelde, geboeid door het Documento spirituale. Dat gebeurde in het kader van een onderzoek naar vormen van programmatische verwoording van spiritueel leven, waarvan ook het Documento een getuigenis is. Op de derde plaats wil ik hiermee het aanvankelijke eremietenbestaan van de Augustijnenorde in herinnering roepen. Die oorsprong dreigt in de Nederlandse Provincie en in de Orde als geheel gemakkelijk in vergetelheid te raken. Tot 1963 gebruikte de Orde der Augustijnen als afkorting oesa, Ordo Eremitarum Sancti Augustini. Doordat op 26 april van dat jaar vanwege een kapittelbesluit de e uit oesa werd geschrapt, wordt dit proces van vergeten nog eens versterkt. Nochtans blijft de Orde aan haar oorsprong gehecht. Niet alleen is het een onuitwisbaar historisch gegeven maar bovendien een bijzondere manier om op de weg naar God onderweg te zijn.

Ontwerp en productiebegeleiding Aldus Projecten in opdracht van Begijnekade 18 Uitgevers, Utrecht